Internist dr. Harm Haak en internist in opleiding Ilse Hermsen van Máxima Medisch Centrum uit Eindhoven hebben samen met internisten uit twaalf landen in een grote wetenschappelijke studie aangetoond wat de beste behandeling is van bijnierkanker. Bijnieren zijn kleine hormoonproducerende organen die als kapjes op de nieren liggen. Bijnierkanker is zeldzaam maar vaak levensbedreigend. Het onderzoek is zojuist gepubliceerd in de New England Journal of Medicine, het meest toonaangevende Amerikaanse medisch-wetenschappelijke tijdschrift ter wereld.
Voorlichting Máxima Medisch Centrum
Patiënten met bijnierkanker hebben een slechte prognose en de behandelingsmogelijkheden zijn beperkt. Chirurgische verwijdering van de kankercellen heeft de voorkeur. Wanneer dat niet mogelijk of afdoende is, krijgen patiënten het geneesmiddel mitotaan. In het nu gepubliceerde onderzoek heeft men in een combinatietherapie het effect gemeten van twee soorten chemokuren. De patiënten kregen via een random selectie het middel EDP (etoposide, doxorubicine, cisplatine) óf streptozocine erbij toegediend.
Uit het onderzoek blijkt dat de combinatietherapie met EDP betere resultaten laat zien dan die met streptozocine. Het heeft meer effect op de tumor (23,2% versus 9,2%) en de tijd waarin de tumor stil staat is langer (5,3 maanden versus 2,0 maanden). Twaalf maanden na start van de behandeling met EDP heeft een grotere groep patiënten bovendien geen uitbreiding van de ziekte (26% versus 7%). Beide vormen van combinatietherapie blijken helaas geen genezing op te leveren. De kwaliteit van leven is bij beide therapieën ongeveer gelijk.
Bijnierkanker (ook wel bijnierschorscarcinoom genoemd) komt relatief weinig voor: in Nederland komen er jaarlijks twintig tot dertig nieuwe patiënten bij. Artsen hebben daarom meestal weinig kennis over deze vorm van kanker, en wetenschappelijk onderzoek met grotere aantallen patiënten is nauwelijks voorhanden. In de internationale wetenschappelijke studie die nu is gepubliceerd heeft men meer patiënten kunnen onderzoeken dan in alle eerdere onderzoeken naar bijnierkanker bij elkaar. Door samen te werken en te kiezen voor een brede onderzoeksopzet is het gelukt om in nog geen 5,5 jaar tijd wereldwijd 304 patiënten aan de studie te laten deelnemen.
Dr. Harm Haak, internist in Máxima Medisch Centrum, is een van de drijvende krachten achter het hier beschreven internationale wetenschappelijke onderzoek naar de behandeling van bijnierkanker. Hij coördineert het ‘Bijnier Netwerk Nederland’, een samenwerkingsverband van Máxima Medisch Centrum en alle acht universitaire ziekenhuizen, dat zich inspant om de behandeling van patiënten met bijnierkanker op één plek te bundelen en ze hiermee een zo goed mogelijke behandeling te geven.