Zo’n tienduizend Nederlanders hebben last van een jumper’s knee (patella tendinopathie). Deze blessure komt vooral voor bij basketbal, volleybal en andere sporten waarin veel gesprongen wordt. De blessure heeft vaak langdurige gevolgen en is moeilijk te behandelen.
Het onderzoek van Henk van der Worp verschaft nader inzicht in de oorzaken van de aandoening en levert suggesties ter verbetering van de behandeling. Van der Worp stelt vast dat het risico op een jumper’s knee wordt vergroot door overgewicht, beenlengteverschil, een lage voetboog, verminderde flexibiliteit van de onderste extremiteiten, sprongkracht, landingstechniek, leeftijd, geslacht en zwaar fysiek werk. Voor volleyballers speelt bovendien de speelpositie een rol. Deze inzichten kunnen wellicht helpen de jumper’s knee te voorkomen.
Ook vergeleek Van der Worp gefocuste shockwave therapie en radiale shockwave therapie, twee soorten behandeling van de jumper’s knee. Er is geen verschil in effectiviteit tussen beide therapievormen, concludeert de promovendus. Gezien de matige vooruitgang bij beide vormen is het maar de vraag of ze überhaupt gebruikt moeten worden in de behandeling, zo voegt hij daaraan toe. Nader onderzoek naar de oorzaken van de jumper’s knee is nodig om de behandeling te verbeteren.
Henk van der Worp (Zwolle, 1978) studeerde bewegingswetenschappen te Groningen. Hij verrichtte zijn onderzoek binnen het universitair sportmedisch centrum van het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG) en binnen onderzoeksschool SHARE.
Promotie
Promovendus: dhr. H. van der Worp
Proefschrift: Patellar tendinopathy. Etiology and treatment
Promotor(s): prof.dr. R.L. Diercks
Datum: 27 juni 2012