Behoud vergoeding maagzuurremmers

De vergoeding van maagzuurremmers moet in het basispakket blijven. Hiervoor pleit artsenfederatie KNMG samen met LHV, NHG, OMS, KNMP, NVMDL en MLDS in een brief aan minister Schippers van VWS[1]. De partijen zijn van mening dat het schrappen van deze vergoeding grote medische risico’s met zich meebrengt. Ook betwijfelen zij of de beoogde bezuiniging met deze maatregelen haalbaar zijn.

Minister Schippers wil dat patiënten die korter dan zes maanden een maagzuurremmer gebruiken, deze vanaf 2012 volledig zelf betalen. Ze hoopt daarmee 75 miljoen euro te besparen. Artsen, apothekers en patiëntenvertegenwoordigers maken zich ernstige zorgen over de schadelijke gevolgen én uitvoerbaarheid van deze maatregelen. Zij betogen dat de medische risico’s niet opwegen tegen de baten. Bovendien brengen de risico’s hogere kosten met zich mee. Daardoor is er een reële mogelijkheid dat de maatregel zelfs tot kostenstijging zal leiden.

Medische risico’s
Artsen schrijven maagzuurremmers vaak voor als maagbescherming naast andere geneesmiddelen, zoals bepaalde pijnstillers. Dit zijn ongeveer 750.000 Nederlanders. Zonder deze medicatie hebben zij een verhoogd risico op maagklachten, waarbij ook ernstige maagzweren en mogelijk dodelijke maagbloedingen kunnen optreden. Patiënten die kortdurend maagzuurremmers slikken zijn niet altijd overtuigd van het nut van de maagzuurremmer. De kans is groot dat juist deze groep patiënten de maagzuurremmer zelf niet wil of kan betalen, met alle medische en financiële gevolgen van dien.

Hogere kosten
De KNMG plaatst ook kritische kanttekeningen bij de beoogde besparing van de maatregel. Uit onderzoek blijkt dat maagbescherming kosteneffectief is en ziekenhuisopnamen en doden voorkomt. Juist door de vergoeding te beperken zullen de kosten in de zorg toenemen. De verwachte besparing moet daarom afgezet worden tegen de totale kosten van het gebruik van maagzuurremmers en de extra kosten door bijvoorbeeld maagbloedingen.