Behandeling met inhalatiecorticosteroiden verbetert milde vorm COPD

De chronische longziekte COPD blijkt wel degelijk op therapie te reageren. Patiënten met een milde tot matig-ernstige vorm van COPD, kunnen hun ziekte verbeteren door langdurig inhalatiecorticosteroïden te gebruiken. De daling van de longfunctie wordt hierbij afgeremd. Zodra patiënten stoppen met hun medicatie, gaat hun longfunctie weer achteruit. Dan verergeren hun klachten, neemt hun welbevinden af en komt de ziekte opnieuw terug. Het is voor het eerst dat in een studie het verband is aangetoond tussen het onderdrukken van de ontsteking die aan de basis ligt van COPD, het gebruik van medicatie en het voorkómen van achteruitgang van de longfunctie. Deze conclusies blijken uit een langdurig onderzoek onder leiding van longarts Dirkje Postma van het Universitair Medisch Centrum Groningen en klinisch-fysioloog Peter Sterk van het Academisch Medisch Centrum (tijdens de studie Leids Universitair Medisch Centrum).

Zij publiceren vandaag over hun bevindingen in het gezaghebbende Annals of Internal Medicine. Postma en Sterk screenden een groep patiënten, die allen met een milde of matig-ernstige vorm van COPD bij hun huisarts in behandeling waren. Vrijwel niemand van deze groep had al eerder inhalatiecorticosteroïden gehad tegen ontstekingen aan de luchtwegen. Het doel van hun studie was om te onderzoeken of het mogelijk is de ontsteking van de luchtwegen bij deze patiënten te verminderen of zelfs te laten verdwijnen. Ook wilden de onderzoekers het effect nagaan op de klachten van de patiënten en op de achteruitgang van de longfunctie bij deze chronische longaandoening.

Gedurende 2,5 jaar werd een groep van 114 patiënten gevolgd. Hierbij onderzochten Postma, Sterk en hun onderzoeksteams in UMCG en LUMC het effect van de toegediende inhalatiecorticosteroïden fluticasonpropionaat. De behandeling hiermee leidde bij de patiënten tot vier positieve gevolgen: een afname in de hoeveelheid ontstekingscellen, een afname van kortademigheid, een vertraging in jaarlijkse afname van de longfunctie en een verbetering van de kwaliteit van leven. Zodra de patiënten stopten met inhalatiecorticosteroïden, verslechterden al deze uitkomsten juist weer. Hieruit blijkt dat patiënten hun medicatie dagelijks en ook langdurig moeten blijven gebruiken.

Volgens Postma en Sterk laat deze studie heel duidelijk zien dat in een vroeg stadium van COPD, de medicatie goed werkt op de ontsteking en op de klachten van de patiënt. ‘Voor het eerst is via deze studie aangetoond dat niet alleen het functioneren van de patiënt verbetert, maar ook het mechanisme van de ziekte. Door de behandeling neemt in het begin van de ziekte de ontsteking af, en ook de progressie van de ziekte kan worden omgebogen’. De uitkomst noemt zij ook van groot belang voor huisartsen. ‘Zij moeten zich realiseren dat het wel degelijk zinvol is om patiënten met een milde vorm van COPD inhalatiecorticosteroïden voor te schrijven’.

De GLUCOLD-studie (Groningen Leiden Universities Coricosteroids in Obstructive Lung Disease) is uitgevoerd onder leiding van Dirkje Postma (UMCG) en Peter Sterk (LUMC tijdens de studie, sinds 2007 AMC). De studie is mede mogelijk gemaakt door een subsidie van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) en financiële bijdragen van Astma Fonds en GlaxoSmithKline Nederland. Dirkje Postma ontving in 2000 de prestigieuze Spinozapremie van NWO.

Plaats een reactie