Beenprotheses kunnen beter

Geamputeerden passen hun motoriek aan de technische mogelijkheden van hun beenprothese aan, zo blijkt uit onderzoek van promovenda Carolin Curtze. Beenprotheses kunnen verbeterd worden door uit te gaan van de motoriek van de patiënt in plaats van de technologie.

Curtze onderzocht de interactie tussen protheses, patiënten en de omgeving. Met een zelfontwikkeld meetinstrument bracht ze afwikkelprofielen van prothesevoeten in kaart. Ze ontdekte dat de afwikkelprofielen bepalend zijn voor de stabiliteit. Ook schoenen blijken de stabiliteit te beïnvloeden. Hoewel de afwikkelprofielen die van gezonden benaderen, lopen geamputeerden met name niet symmetrisch als gevolg van de beperkte mogelijkheden van de prothese.

De promovenda ontwikkelde een aantal tests om de balansvaardigheid van patiënten met een beenprothese te meten. Ze stelt vast dat geamputeerden in staat zijn de tekortkomingen van de prothese te compenseren. Ook blijken de eigenschappen van de prothese bij te dragen aan de balanshandhaving.

Geamputeerden zijn even efficiënt in het herstellen van een dreigende val als gezonde proefpersonen, zo stelt Curtze verder vast. Het maakt daarbij niet uit of ze uitstappen met het prothesebeen of met het gezonde been. Bij het lopen op een oneffen oppervlak vergroten geamputeerden de armzwaai om stabiel te lopen; het stappatroon verandert niet.

Carolin Curtze (Duitsland, 1979) studeerde sportwetenschappen te Giessen. Ze verrichtte haar promotieonderzoek aan de afdeling Revalidatiegeneeskunde van het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG) en binnen onderzoeksschool SHARE. Het onderzoek werd mede gefinancierd door OIM Stichting en Stichting Beatrixoord Noord-Nederland.

Promotie
Promovendus: mw. C. Curtze
Proefschrift: Neuromechanics of movement in lower limb amputees
Promotor(s): prof.dr. K. Postema, prof.dr. E. Otten
Faculteit: Medische Wetenschappen
Datum: 07 maart 2012, 16.15 uur
Plaats: Academiegebouw, Broerstraat 5, Groningen

Plaats een reactie