Eind 2009 waren bijna 84.000 mensen werkzaam in de geestelijke gezondheidszorg. Naast psychiaters en psychologen werken veel agogen en verpleegkundigen in de sector; zij bezetten 43% van de arbeidsplaatsen. 55-plussers vormen 14% van het totale personeelsbestand. In de ggz gaan de komende tien jaar veel oudere medewerkers met pensioen, ruimte die moet worden opgevuld door de instroom van nieuwe medewerkers.
Deze informatie is afkomstig uit het rapport Medewerkers@ggz 2009. Een inventarisatie van personeel in de geestelijke gezondheidszorg. De rapportage schetst een beeld van de actuele stand van zaken op de arbeidsmarkt ggz. Het rapport is opgesteld vanuit het Programma Arbeidsmarkt van GGZ Nederland in samenwerking met de lidinstellingen van de branchevereniging en de medewerkers in de sector. Deze nulmeting geeft bij herhaling in de toekomst inzicht in de richting waarin de arbeidsmarkt zich ontwikkelt.
Vrouwen voor mannen
Een eerste ontwikkeling die uit het onderzoek blijkt is het toenemende aandeel vrouwelijke medewerkers in de sector. Een groot deel van de oudere werknemers is man, terwijl er in alle functies relatief veel (jonge) vrouwen instromen. En omdat vrouwen gemiddeld minder uren werken dan mannen en van plan zijn de sector op jongere leeftijd te verlaten, betekent dat er in de toekomst een groter aantal medewerkers nodig is om dezelfde kwaliteit en kwantiteit van zorg te blijven leveren. Overigens is het aandeel mannelijke medewerkers in de forensische ggz en verslavingszorg hoger dan in de jeugd-ggz en ouderenzorg.
Administratieve belasting
28% van de arbeidsplaatsen betreft een niet-patiëntgebonden functie; van deze groep vervullen 3 op de 10 medewerkers administratieve taken. Daarnaast blijkt uit het onderzoek dat patiëntgebonden beroepen tweederde van hun tijd besteden aan patiëntgebonden werkzaamheden. Beide bevindingen wijzen op een forse administratieve belasting van de sector.
Eigen verantwoordelijkheid voor opleiden
De ggz voelt zich verantwoordelijk voor het verzorgen van het praktijkgedeelte van opleidingen en vult die rol ook actief in, zo blijkt uit het onderzoek. Maar liefst 11% van de respondenten uit de medewerkerenqu(ee)te is op het moment van ondervraging in opleiding. Tegelijkertijd benadrukken de cijfers de blijvende noodzaak om deze rol te vervullen. Met name vacatures voor ggz-specifieke functies zijn in 2009 vaak moeilijk vervulbaar.