Lerarenopleidingen gaan docenten beter opleiden voor vmbo- en mbo-scholen. Minister Bussemaker (OCW) wil dat leraren beter beslagen ten ijs komen als ze voor de klas gaan staan in het vmbo en het mbo. Een speciale afstudeerrichting (v)mbo is een belangrijke stap in die richting.
Kwaliteit beroepsonderwijs
In een brief aan de Tweede Kamer schrijft Bussemaker dat lerarenopleidingen vanaf komend studiejaar een brede basis gaan aanbieden waarna studenten in het vierde jaar kiezen voor algemeen vormend onderwijs of (v)mbo.
“De kwaliteit van het beroepsonderwijs valt of staat met hoe goed de docent is. Dat vraagt van lerarenopleidingen, maar ook van scholen zelf, dat zij toekomstige leraren beter voorbereiden op wat zij kunnen verwachten, hen daar ook de juiste bagage voor meegeven en zorgen voor een optimale begeleiding”, aldus Bussemaker.
Docenten uit de praktijk
Om de kwaliteit van het onderwijs in het (v)mbo te waarborgen wil Bussemaker beter toezien op de zogeheten zij-instroom. Dit zijn docenten die uit de beroepspraktijk komen. Zij zijn zeer waardevol voor het beroepsonderwijs maar nieuwe zij-instromers moeten in een assessment laten zien dat ze geschikt zijn voor het leraarsvak. Tegelijkertijd moeten mbo-scholen hun docenten beter begeleiden en gerichter samenwerken met lerarenopleidingen, aldus de bewindsvrouw.
Studenten op de lerarenopleiding
Voor een nieuwe educatieve minor beroepsonderwijs stelt Bussemaker 4 miljoen euro beschikbaar. Met deze opleiding wil ze hbo bachelor-studenten verleiden om te kiezen voor een baan in het beroepsonderwijs. Studenten kunnen via zo’n korte opleiding in een jaar tijd hun bevoegdheid halen. Uit onderzoek blijkt dat een op de tien hbo bachelor-studenten buiten de lerarenopleiding een educatieve minor wil gaan doen, en bijna de helft dat overweegt.
Voor opleiding en ontwikkeling van docenten in het mbo stelt Bussemaker nog eens 14 miljoen beschikbaar.
Wil je meer gezondheidsnieuws ontvangen, dan kun je natuurlijk ook fan worden van de Facebook pagina van de Gezondheidskrant.