Angstaandoeningen de achterliggende mechanismen

Angstaandoeningen horen bij de meest voorkomende psychiatrische problemen bij mensen. Amber Salomons bestudeerde de achterliggende mechanismen van deze aandoeningen aan de hand van diermodellen. Verondersteld wordt namelijk dat ook dieren kunnen lijden aan angststoornissen. Salomons’ conclusies zijn van belang voor zowel mens als dier.

Een angststoornis wordt gekenmerkt door fysiologische lichamelijke en gedragsmatige reacties die het moeilijk of zelfs onmogelijk maken om met bepaalde situaties om te gaan. Om de achterliggende mechanismen te kunnen bestuderen zijn diermodellen essentieel. Amber Salomons onderzocht of een gebrek aan aanpassingsvermogen iets kan zeggen over angstaandoeningen bij een van de meest gebruikte laboratoriumdieren, de muis.

Dieren van de muizenstam 129P3 vertonen bovenmatig angstig gedrag en hebben een verhoogde stresshormoonspiegel. Bovendien zijn deze dieren gekenmerkt door een gebrek aan aanpassingsvermogen. Verder hebben de dieren minder hersenactiviteit in gebieden die betrokken zijn bij cognitieve processen.

De promovenda concludeert hieruit dat een angstaandoening bij muizen tot stand zou kunnen komen door een gebrek aan cognitieve controle over emotionele processen. Dit komt overeen met verschijnselen bij mensen die aan angststoornissen leiden. Daarmee zou deze muizenstam ook betekenis voor de mens kunnen hebben. Daarnaast is het bestuderen van het aanpassingsvermogen van muizen ook van belang voor het welzijn van dieren, want het vermogen tot aanpassing is een belangrijke voorwaarde voor welzijn.

Promotiegegevens
Promovendus: Amber Salomons
Faculteit: Faculteit Diergeneeskunde
Proefschrift: The anxious mouse: implications for preclinical research and animal welfare
Promotor 1: Prof.dr. F. Ohl
Copromotor 1: Dr. S.S. Arndt
Copromotor 2: Dr. H.A. van Lith
Datum en tijd: 18/1/2011 10:30
Locatie: Academiegebouw, Domplein 29, Utrecht

Plaats een reactie