Buurtgerichte politiezorg – ook wel buurtregie genoemd – wordt in de huidige maatschappij steeds belangrijker.
“De huidige tijdsgeest van meer daadkracht, meer optreden en meer en harder straffen, zet het oorspronkelijk streven naar meer nabijheid tot burgers onder druk,” zegt Barbara van Caem.
Zij onderzocht in een aantal multi-etnische buurten met een zwaardere problematiek of buurtregie de politie dichter bij de burger brengt en hoe politie en burgers de onderlinge relatie ervaren. Van Caem: “De buurtregisseur dreigt ten onder te gaan aan zijn eigen succes. Er wordt zó vaak een beroep op hem gedaan als schakel tussen politie, partners, en overheden, dat het contact en samenwerken met bewoners uit de buurt op de achtergrond is geraakt.” Van Caem promoveert vrijdag 21 september 2012 aan de Vrije Universiteit Amsterdam.
Succesfactoren
Van Caem: “Er zijn twee zaken die buurtregie succesvol maken. Aan de ene kant heeft de buurtbewoner behoefte aan een benaderbare, betrokken politie in zijn buurt. Aan de andere kant heeft de buurt baat bij bewoners die betrokken zijn bij het politiewerk: als zij informatie of oplossingen aandragen voor problemen in de buurt, kan de politie haar werk beter doen. Beide succesfactoren staan onder druk. Dat heeft verschillende oorzaken. Door het uitgebreidere takenpakket van de buurtregisseur neemt zijn fysieke aanwezigheid in de buurt af. De prioriteiten vanuit de politieorganisatie zijn niet altijd dezelfde als de prioriteiten die de buurtbewoners zelf aangeven. Als laatste geven buurtbewoners aan dat zij een terugkoppeling verwachten als ze informatie verstrekken aan de politie. Dat is niet altijd het geval.”
Buurtregie met mate
Van Caem stelt dat buurtregie in de ideale vorm – het streven naar grootschalige betrokkenheid van burgers bij politiewerk – niet reëel is. Maar, een lichtere vorm van buurtregie, ‘buurtregie met mate’, is wel haalbaar en kan juist een goed tegenwicht vormen voor de toenemende tendens van meer afstand tot burgers.
“‘Buurtregie met mate’ houdt in dat de politie in kleinschalige samenwerkingsverbanden samenwerkt met een beperkt aantal betrokken, actieve buurtbewoners en lokale professionals. Laagdrempelige aanwezigheid van de buurtregisseur en rechtvaardige en eerlijke bejegening van burgers zijn daarbij heel belangrijk,” aldus Van Caem. “Tijdens het onderzoek kwamen al enkele van deze succesvolle samenwerkingsverbanden tevoorschijn.”
Historie
Al bijna een halve eeuw ligt de nadruk sterk op meer nabijheid van de politie tot burgers. Toch lijkt de afstand in die relatie groter te worden. Van Caem onderzocht binnen de politie Amsterdam-Amstelland het effect van buurtregie. Ruim 200 buurtregisseurs – de Amsterdamse wijkagenten – zijn ieder verantwoordelijk voor het bevorderen van de veiligheid en leefbaarheid van ‘hun’ buurt. Door met lokale partners en burgers samen te werken, pakken zij buurtproblemen aan.
Barbara van Caem werkt als beleidsadviseur bij de politie Amsterdam-Amstelland en heeft ruime executieve politie-ervaring. Haar onderzoek is voortgekomen uit een detachering bij de leerstoel Veiligheid en Burgerschap aan de VU. Deze leerstoel is een samenwerkingsverband tussen de VU, politie Amsterdam-Amstelland en de gemeente Amsterdam.