Sinds 2003 daalt het aantal meerlinggeboorten in Nederland. Doordat er de laatste jaren vaak maar 1 eicel wordt teruggeplaatst bij in-vitrofertilisatie is het aantal tweelingen fors afgenomen.
Aantal tweelingen bereikte in 2002 een piek
In 2009 zijn in ons land ongeveer 3 200 meerlingen geboren. Meestal zijn dit tweelingen. Het aantal geboorten van drie(-plus)lingen bedroeg slechts 44. Het aantal tweelinggeboorten noteerde in 2002 een record van 3,7 duizend. Daarna is het aantal afgenomen. Het aantal drie(-plus)lingen bereikte al in 1991 zijn piek. Toen werden er 124 drie(-plus)lingen geboren.
Ivf leidde tot groeiend aandeel meerlingen
Het aandeel meerlinggeboorten is vanaf het midden van de jaren zeventig fors toegenomen: van 10 per 1 000 geboorten in 1975 naar 19 per 1 000 in 2002. Dit is vooral toe te schrijven aan in-vitrofertilisatie (ivf), een techniek die sinds ongeveer dertig jaar steeds vaker wordt toegepast. Ook het toenemende aantal oudere moeders, die een hogere kans hebben op een meerling, speelde een bescheiden rol. Het totale aantal geboren kinderen lag in 2009 niet ver boven het aantal van medio jaren zeventig.
Minder eicellen teruggeplaatst
Om de slagingskans te vergroten werden er bij de toepassing van ivf aanvankelijk vaak 4 of 5 bevruchte eicellen teruggeplaatst. Hierdoor nam in de jaren tachtig en negentig het aantal meerlingen fors toe. Daarna werden hooguit 2 eicellen teruggeplaatst, waardoor het aantal drie(-plus)lingen ging dalen. Het aantal tweelingen bleef echter nog wel toenemen.
De afgelopen jaren wordt vaker maar 1 eicel teruggeplaatst en is dus ook het aantal ivf-tweelinggeboorten afgenomen. Tussen 2003 en 2009 daalde daardoor het aandeel van de tweelinggeboorten dat het gevolg was van een ivf-behandeling van 22 naar 15 procent. Het aandeel enkelvoudige geboorten door ivf in het totaal van de enkelvoudige geboorten nam daarentegen toe van 1,5 naar 2,2 procent.
Auteurs: Elma Wobma en Joop Garssen