65-jarigen leven langer zonder beperkingen, maar meer met chronische ziekten

De levensverwachting van 65-jarigen is de afgelopen dertig jaar gestegen. Ze leven niet alleen langer, maar brengen ook meer jaren in als goed ervaren gezondheid door na hun 65ste. Ook het aantal jaren zonder lichamelijke beperkingen neemt toe. Ze worden daarentegen wel langer geconfronteerd met chronische ziekten.

Levensverwachting stijgt
In 2011 was de levensverwachting van een 65-jarige man 18,3 jaar. Zijn vooruitzichten zijn beter dan dertig jaar geleden. Een man die 65 was in 1981 had namelijk nog een levensverwachting van 14,3 jaar. Voor vrouwen van 65 nam de levensverwachting minder hard toe, van 18,9 resterende jaren in 1981 naar 21,3 in 2011. Zij worden dus gemiddeld nog wel steeds ouder dan mannen.

Minder lang zonder chronische ziekten
Van de 18,3 jaren die een 65-jarige man gemiddeld nog te leven heeft, zullen er bijna 11 in als goed ervaren gezondheid zijn en bijna 14 zonder lichamelijke beperkingen. Ook dit is toegenomen sinds begin jaren tachtig. Het aantal jaren zonder beperkingen is met een toename van 4,3 jaar bovendien iets meer toegenomen dan zijn totale levensverwachting. Hij zal daarentegen minder jaren doorbrengen zonder chronische ziekten. Dat aantal was voor een 65-jarige man in 1981 nog 6,9 jaar, terwijl dat in 2011 nog maar 3,8 jaar was. Het kan hier bijvoorbeeld gaan om gewrichtsslijtage, suikerziekte, migraine of hartaandoeningen.

Vrouwen 5 jaar langer zonder beperkingen
Van de 21,3 resterende levensjaren van een 65-jarige vrouw zal zij er 13,4 zonder lichamelijke beperkingen doorbrengen. Dit is net als bij de mannen toegenomen sinds begin jaren tachtig. Zelfs met 5 jaar, wat beduidend hoger is dan de toename van haar totale levensverwachting. Ook net als bij de mannen zal een 65-jarige vrouw tegenwoordig de resterende jaren minder lang doorbrengen zonder chronische ziekten dan dertig jaar geleden. Dit nam af van 7,4 jaar naar 3,6 jaar. Het verwachte aantal jaren in als goed ervaren gezondheid is bij vrouwen ongeveer gelijk gebleven.

Auteur: Jan-Willem Bruggink

Plaats een reactie