Nederland is een land van singles: het aantal neemt al jaren gestaag toe. Inmiddels staat de teller op 2,8 miljoen, iets meer dan de helft is vrouw. Van (online) daten, sex, kinderen, tot wachten op de ware: VIVA ondervroeg ruim 400 singles en ontdekte dat de beeld van de losbandige single, die wekelijks iemand haar bed in sleept, een mythe is.
One-nightstand?
Nachtelijke avontuurtjes, een druk sexleven, regelmatig een one-nightstand: wie denkt dat de single van nu dankzij Tinder en datingsites regelmatig de koffer induikt, heeft het mis. 40% doet het een keer per jaar, 19% maandelijks, 15% doet het een keer in de drie maanden en 14% een keer per halfjaar. En dat heeft direct zijn weerslag op het aantal one-nightstands. Bij meer dan de helft is nooit sprake van een eenmalig avontuur. Een vijfde gaat slechts een keer per jaar een nacht los tussen de lakens en 12% elk half jaar. De ondervraagde singles geven hun sexleven gemiddeld een 4,5.
De ware wacht in de kroeg
Daten, daar gaan de singles niet heel hard op. 53% date een keer in het halfjaar (of minder), ongeveer een kwart heeft een keer in de drie maanden een afspraakje. 21% date één keer per week. Maar waar vinden ze hem dan wel? Via een datingsite (23%), Tinder (12%) en tijdens het uitgaan: 27% komt daar nog altijd de leukste kandidaten tegen.
De allesman
Wat verwachten ze van een potentiële partner? Betrouwbaarheid en humor (17%) worden als het belangrijkste aangemerkt, gevolgd door lief (16%), intelligent (13%) en ondernemend (11%). Vinden de vrouwen zichzelf leuker met een partner? Een derde vindt dat niet per se het geval, een derde weet het niet en 18% vindt van wel. 12% vindt zichzelf minder leuk. Waarom zijn ze dan single? Bijna de helft geeft aan: “Omdat ik de ware nog niet ben tegengekomen.“Ik wil nu gewoon geen relatie,” zegt 13% en 9% vindt zichzelf te kritisch.
Later als ik groot ben
Kinderen staan nog niet heel hoog op de agenda van de singles, maar spelen zeker een rol. Van alle ondervraagden overweegt 10% wel eens om haar eicellen in te vriezen. Minder dan de helft droomt van huisje-boompje-beestje. 24% heeft geen idee en 19% gaat voor een latrelatie met behoud van veel zelfstandigheid. Voor 8% zijn een huisje en boompje niet nodig: het maakt hen niet uit, als ze maar ooit een kind krijgt.