Minister Schultz van Haegen, Ministerie van Infrastructuur en Milieu, verhoogt per 1 september 2012 de maximumsnelheid op de autosnelwegen naar 130 kilometer per uur. Alleen waar 130 niet mogelijk is vanwege het milieu en de verkeersveiligheid geldt een lagere maximum snelheid.
In de praktijk betekent dit dat vanaf september op bijna zestig procent van de Nederlandse autosnelwegen 130 kilometer per uur kan worden gereden. Op ruim 900 kilometer van de snelwegen geldt de nieuwe maximum snelheid 24 uur per dag, op bijna 500 kilometer autosnelweg kan via een dynamisch regime in de avond en nacht 130 kilometer per uur worden gereden. Aanvullend onderzoekt minister Schultz nog of de maximum snelheid op nog eens ruim 450 kilometer van de snelwegen (19 procent) omhoog kan. Het gaat hier om snelwegen die in de buurt van beschermde natuurgebieden liggen.
Daarnaast gaat in juli 2012 op vier van de vijf 80 km-zones bij de grote steden de snelheid weer omhoog naar 100 km per uur. Dit is mogelijk omdat de luchtkwaliteit in Nederland de afgelopen jaren sterk is verbeterd. Ook blijkt uit eerdere evaluaties dat 80 kilometer kan leiden tot een slechtere doorstroming van het verkeer. Over de A20 bij Rotterdam neemt de minister dit jaar een besluit als het experiment met dynamische snelheden daar is afgerond.
De minister heeft vandaag de resultaten van het experiment met een (dynamische) maximum snelheid van 130 kilometer per uur op acht trajecten naar de Tweede Kamer gestuurd. “Het is experiment is succesvol verlopen”, aldus de minister in de brief. De experimenten tonen aan dat het mogelijk is binnen de randvoorwaarden voor luchtkwaliteit en geluid de algemene maximum snelheid op autosnelwegen in Nederland te verhogen naar 130 kilometer per uur. “130 wordt de nieuwe norm; harder rijden waar het kan en langzamer waar het moet”, aldus de minister. “Met de verhoging kunnen we onze bestaande infrastructuur beter benutten en voldoen we aan een maatschappelijke vraag. Je bent sneller op de plek van bestemming en het sluit ook beter aan bij de beleving van de weggebruiker.”
Om de verhoging van de maximum snelheid mogelijk te maken trekt de minister 132 miljoen euro uit en wordt circa 50 miljoen euro eerder geïnvesteerd. Het gaat daarbij onder andere om investeringen in extra schermen voor de luchtkwaliteit en nieuwe verkeersborden bij wegen waar niet de gehele dag 130 km per uur kan worden gereden. Investeringen voor geluid (bijvoorbeeld geluidschermen en Zoab), worden eerder gedaan zodat ook op de langere termijn binnen de afgesproken geluidsplafonds wordt gebleven.
In de brief aan de Tweede Kamer staat de minister uitgebreid stil bij de gevolgen voor de verkeersveiligheid. Ze houdt onverkort vast aan de nationale doelstellingen om de aantallen verkeerslachtoffers terug te dringen. Uit de analyse die in het kader van het experiment is gedaan, blijkt dat een hogere snelheid zonder extra maatregelen kan leiden tot meer dodelijke slachtoffers en ernstig gewonden. Om de gewenste dalende trend van verkeerslachtoffers vast te houden trekt de minister 85 miljoen euro extra uit voor de verbetering van de verkeersveiligheid op de snelwegen.
De minister zal de komende maanden de voorbereidingen treffen voor de landelijke uitrol van de nieuwe maximum snelheid. Het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens wordt aangepast zodat niet langer 120 km per uur maar 130 km per uur het uitgangpunt voor de autosnelwegen in Nederland wordt. Voor de wegen waar 130 km per uur niet, of niet de hele dag mogelijk is zal de minister nieuwe verkeersbesluiten nemen. Totdat landelijk 130 kilometer per uur de norm is, blijft op de acht trajecten uit het experiment het (dynamische) regime van 130 kilometer per uur van kracht.