Op 1 januari 2011 telde Nederland 1,2 miljoen personen met de Nederlandse en minimaal één andere nationaliteit. Dat is per saldo 40 duizend meer dan een jaar eerder. Bijna de helft van de Nederlanders met een meervoudige nationaliteit heeft ook de Turkse of de Marokkaanse nationaliteit.
Helft van toename in 2010 door geboorte
Kinderen van wie één van de ouders naast de Nederlandse een niet-Nederlandse nationaliteit heeft, krijgen bij geboorte in Nederland een meervoudige nationaliteit. In 2010 gold dit voor 24 duizend kinderen.
Verder werden 16 duizend personen door naturalisatie Nederlander met behoud van de oorspronkelijke nationaliteit en verkregen bijna 7 duizend personen het Nederlanderschap naast hun oorspronkelijke nationaliteit via een optie of adoptie.
In totaal werden 47 duizend personen in 2010 Nederlander met behoud van hun oorspronkelijke nationaliteit. Naast geboorte, naturalisatie, optie en adoptie zijn er ook mensen die met een dubbele nationaliteit naar Nederland komen of uit Nederland vertrekken. Per saldo vertrokken er in 2010 bijna 7 duizend personen met een dubbele nationaliteit uit Nederland.
Laagste aantal naturalisaties sinds 1990
In 2010 werden in totaal 18 duizend personen door naturalisatie Nederlander, van wie er 16 duizend ook hun oorspronkelijke nationaliteit behielden. In de jaren voor 2010 lag het aantal naturalisaties steeds rond de 22 duizend. De sterke daling werd vooral veroorzaakt doordat de Immigratie- en Naturalisatiedienst in 2010 minder beslissingen nam over verzoeken tot naturalisatie dan in voorgaande jaren. Sinds 1990 is het aantal naturalisaties niet meer zo laag geweest.
Drie op de tien genaturaliseerden van oorsprong Turk of Marokkaan
Van de 18 duizend personen die in 2010 tot Nederlander zijn genaturaliseerd waren er bijna 14 duizend meerderjarig en ruim 4 duizend minderjarig. Drie op de tien hadden oorspronkelijk de Turkse of de Marokkaanse nationaliteit.
Auteurs: Han Nicolaas en Suzanne Loozen